Nieuws

Linda de Mol gebukt onder verlammende onzekerheden: ‘Ik vrees dat ik dit nooit kan loslaten…’

Veel mensen pakken ‘m er als eerste bij als de LINDA. op de mat ploft: het editorial van Linda de Mol. Onze favorieten delen we graag nog een keertje met je op LINDA.nl.

Dit editorial gaat over gracefully ouder worden en komt uit LINDA.240 ‘DICHT OP DE HUID’.

‘Schrok je?’

“Voilá, mijn compleet make-uploze, niet geretoucheerde, onopgesmukte blotebillenhoofd. Het beetje zwart rond mijn ogen is een restantje van een semi-permanente eyeliner. Die liet ik twee jaar geleden zetten om ‘make-uploos’ de zomervakantie te kunnen doorbrengen. Voor de rest zit er helemaal niks op. Schrok je? Moest je twee keer kijken? Snap ik, want naast mijn dierbaren is niemand dit van me gewend natuurlijk. Maar dit is dus het gezicht dat mij elke ochtend, als ik de douche uitkom, in de spiegel aankijkt. Tout au naturel.

Dat is op de cover van een tijdschrift dat overal ligt best eng en kwetsbaar, kan ik je zeggen. Ik vind niks specifiek lelijk aan m’n gezicht, maar ook niks opvallend mooi. Het is een gewoon gezicht zonder uitgesproken dingen als hoge jukbeenderen, amandelvormige ogen, volle lippen, Bambi-wimpers of een karakterneus. En toch kijk ik er altijd best tevreden en positief naar.

De coverfoto in kwestie:

Mijn huid is, voor een bijna zestigjarige, dankzij een botoxje af en toe (géén fillers – als ik een bolle kop heb, ben ik gewoon weer eens aangekomen en niet ‘volgespoten’) en een pittige laserbehandeling (ik zag er een week uit alsof ik over een grindpad was getrokken) best prima. Al begint de boel natuurlijk een beetje slapper te worden, van de rest weet ik met gekleurde dagcrème, een mascara en wat lipgloss best iets gezelligs te maken. En zodra de felle, onverbiddelijke lampen erop schijnen in een tv- of fotostudio staat mijn visagiste klaar. Zij voorziet me dan van nep Bambi-wimpers, een egale teint, glanzende jukbeenderen en vollere wenkbrauwen.

En nee, deze foto is niet het begin van een make-uploze periode in mijn leven waarin ik à la Pamela Anderson zonder een spoortje make-up over de rode loper schrijd of front row bij een modeshow ga zitten. Ik vind het reuze stoer van haar, maar zou het niet durven. Ik vond dit al eng. Dat heeft alles te maken met een voorval van een hele tijd geleden.”

Ongeluk

“Ik denk dat ik een jaar of 32 was. Ik draaide de serie Spangen met Monique van de Ven, we begonnen elke dag rond half zeven en gingen dan op de set meteen de visagie in. Thuis al iets van make-up opdoen was echt niet nodig, dacht ik. Bij een kruispunt moest ik remmen voor een fietser die ik pas op het laatste moment zag, terwijl ik in mijn spiegel een klein rood autootje zo hard zag komen aanrijden dat het niet meer kon stoppen. Bam, een flinke aanrijding om kwart over zes ’s ochtends. Ik stapte uit en de vrouw van het rode autootje begon meteen te foeteren over dat ik zo plotseling remde, waarop ik, ook niet op mijn gezelligst op dat tijdstip, zei dat ik een fietser doodrijden toch ook echt geen optie vond. Enfin, de sfeer was allesbehalve vrolijk.

We pakten de verzekeringspapieren erbij, vulden zwijgend gegevens in en zetten onze handtekeningen. Toen zag ze mijn naam. “Huh? Ja hoor hahaha, jij bent Linda de Mol?” “Ja?”, zei ik, me ineens vol bewust van hoe ik eruitzag: zeiknat haar opgerold in een soort wokkel, een glimmend ingecrèmed hoofd zonder een spoortje make-up, mijn autorij-bril met min vier op en in een grijs joggingpak. Waarom jezelf leuk aankleden als het binnen vijf minuten weer uit moet? “Linda? Die ziet er toch … die is toch heel anders … dat ben jij toch niet?”, stotterde de vrouw, die langzaam doorkreeg dat ik het wel degelijk was. “Ja, nu je het zegt, ik hoor het aan je stem”, strooide ze nog wat extra zout in de wonde. Enfin, dat was dus de laatste keer dat ik met nat haar en zonder mascara naar een studio reed. Of naar de bakker ging, of de hond uitliet, een kind naar school bracht of een pakketje aannam van een bezorger.”

Gracefully old

“Dat betekent overigens zeker niet dat ik altijd full metal glamour door het leven ga, maar zonder íéts van make-up op mijn ogen en een borstel door mijn haar voel ik me stikonzeker als ik zie dat mensen naar me kijken. Of dat ook zo geweest was als ik een ander beroep gekozen had weet ik niet, want ik doe dit al veertig jaar. De discussie rond de twee dames die het nodig vonden om de bloedknappe Sophie Hilbrand te beledigen, heb ik met interesse gevolgd. Want – even los van de foute grap, maar daar bood ze haar excuses voor aan – dat je er alleen mét een make-upje ‘verzorgd’ uit kunt zien?

Ten eerste heeft Sophie op tv wel degelijk een make-upje op, al wordt het bij haar heel naturel gehouden. En ten tweede: wie bepaalt eigenlijk wat verzorgd en wat onverzorgd is? Om het aardig te zeggen: de dames waren naar mijn smaak iets té ‘verzorgd’, maar dat is het fijne van een vrij land: je mag er hier zo uitzien als je wilt.

Maar zullen we dan wel afspreken dat een naturelle look niet als onverzorgd betiteld hoeft te worden? En dan ook meteen maar dat je best gracefully old kunt worden met wat hulp van buitenaf of met uitgesproken make-up of kapsel? Want wie bepaalt dat eigenlijk, wat gracefully old worden is? Kan dat alleen maar als je nooit iets laat wegsnijden, laseren of spuiten? Is dat uitsluitend weggelegd voor de zilvergrijze dames met heel veel rimpeltjes die slechts het haar in een knotje duwen en wat poeder op doen? Of zou het ook kunnen dat gracefuly old in je gedrag zit en niet in je looks?”

Loslaten

“Ik hoop dat ik de komende jaren op een punt kom dat ik dingen durf los te laten. Dat ik me ooit totaal niet meer druk maak om hoe men vindt dat ik eruitzie, en de ouderdom lekker zijn gang laat gaan. Maar dat dat nog niet helemaal het geval is, bleek toen ik terugreed uit België na bovengenoemde laserbehandeling. Mijn manager had me opgepikt na de behandeling. Ik was zo rood als een kreeft en mijn gezicht was opgezet alsof het well done gegrild was.

In de auto deed ik de capuchon van mijn jas over mijn hoofd. “Wat doe je?”, vroeg Xenia. “Ik wil niet dat mensen die langsrijden me herkennen”, piepte ik onder die capuchon vandaan. Ze heeft er de hele terugweg om gelachen. “Echt, lieverd, ík herken je niet eens zo, laat staan de mensen die langsrijden. Die schrikken zich hooguit het lazarus.” Om het uit te testen, knikte ik vriendelijk naar een bestuurder naast ons bij het stoplicht. Die reed van schrik nog net niet door rood.”

Related Articles

Back to top button
error: Content is protected !!

Adblock Detected

DISABLE ADBLOCK TO VIEW THIS CONTENT!